De bouwschil van de toekomst - De impact van de circulaire shift
Gratis inspiratie event
Maandag 2 december 2024
Van 17.30 tot 21.30 uur
CommunicatieCampus, Gent
INSPIRATIE EVENT:
- De geschiedenis en toekomst van gevelbouw
Waldo Galle | Assistant professor on sustainability transitions | VUB - LCA-benadering: energieverbruik vs. materiaalimpact
Naomi Neelen | Onderzoeker labo milieuprestatie | Buildwise - Praktijkvoorbeelden van hergebruik en herbestemming
Ruben Van Vooren | PhD Researcher | VUB
De transitie naar een circulaire bouweconomie verandert de manier waarop we bouwschillen ontwerpen. Door deze mentaliteitswijziging maakt de oude wegwerparchitectuur plaats voor meer duurzame en circulaire oplossingen. Circulaire bouwschillen zijn de toekomst. Maar wat betekent deze verandering concreet voor de opbouw van onze gevels? En welke impact heeft dit op de rol van de architect?
Ontdek samen met Waldo Galle (VUB), Naomi Neelen (Buildwise) en Ruben Van Vooren (VUB) waar we nu staan in deze circulaire shift en welke gevolgen dit heeft op de rol van de architect, de toekomstige gevelontwerpen en de levenscyclus van een gebouw. Tot slot worden meerdere cases van circulaire bouwschillen behandeld waaruit men waardevolle conclusies kan halen voor zowel architect, aannemer als opdrachtgever.
Downloads
- Download de presentatie:
Milieu-impact van gevels & circulaire strategieën - Naomi Neelen
Bouwen aan een circulaire economie
“Waarom is te veel isoleren geen goed idee?” Met die vraag start professor Waldo Galle zijn presentatie. “Meer isoleren vertraagt de klimaatopwarming niet, het is zelf slecht voor het klimaat”. Wanneer men bouwt of verbouwt en hogere isolatienormen volgt, betekent dit ook meer materiaalverbruik en dus meer uitstoot voor het fabriceren van dit materiaal.
Om op een dag energieneutraal te werk te gaan, moet het operationeel verbruik en het materiaalverbruik dalen. Dit kunnen we volgens professor Galle doen door te hergebruiken, renoveren, minder en slimmer bouwen en efficiëntere productiemanieren ontwikkelen.
“Meer dan de helft van alle broeikasgassen is materiaalgerelateerd, de luchtvervuiling die hieraan gekoppeld is, is ook een grote gezondheidskost.”
We zullen onze manier van bouwen moeten herdenken. Wanneer een gebouw niet meer aan de eisen voldoet, niet zomaar afbreken, maar kiezen voor een circulaire bouweconomie waarbij we zoveel mogelijk grondstoffen, componenten en gebouwen hergebruiken om zo te gaan naar een materiaal neutraal gebouw.
Aan de hand van de totem-tool van de Vlaamse overheid kan men de impact van verschillende soorten gevels berekenen, dit kan betrokkenen in een project helpen om energiezuinige keuzes te maken.
Professor Galle geeft enkele stappen die men kan zetten: materiaal verzamelen en recycleren, demontage voor hergebruik, behouden en een nieuwe functie geven aan de gebouwen in kwestie. “We zijn al goed op weg, maar er zijn nog grote stappen te zetten richting een maximale recyclage en hergebruik.”
Een gevel is materiaal en energie-intensief, professor Galle suggereert om te kijken naar hoe men vroeger omging met gevels: materialen aanbieden voor hergebruik in plaats van het volledig slopen, om zo te gaan naar een circulaire bouweconomie.
Wanneer we naar een duurzame bouwpraktijk willen, moeten we materialen slim inzetten.
Professor Waldo Galle, VUB
Milieu impact van gevels en circulaire strategieën.
Naomi Neelen, onderzoeker bij Buildwise benadrukt, net zoals professor Galle, de grote impact van materiaalkost bij het bouwen van een gevel. “Gebouwen zijn verantwoordelijk voor een groot deel van de uitstoot, om dit in te perken is het EPB in het leven gegrepen. Door het beter isoleren en het gebruik van meer materiaal, gaat het energieverbruik dalen, maar gaat de materiaalkost naar boven.”
Een aanvulling op de EPB-regelgeving is de EPBD-regelgeving, die niet alleen naar het afgewerkte product kijkt en de uitstoot van het gebruik van een gebouw kijkt, maar ook naar het bouwproces zelf. Ook Neelen benadrukt de totem-tool van de Vlaamse Overheid, die de impact van een bouwproces helpt in te schatten.
Een andere manier om de impact van een gebouw te meten, is de levenscyclusanalyse (LCA): deze meet de impact van het gebouw op basis van een set milieuproblemen/indicatoren. Zo zijn er een aantal factoren die een grote invloed hebben op die analyse: om deze zoveel mogelijk in te perken, houdt men de cyclus best zo klein en kort mogelijk. Hoe minder transport, hoe beter.
“Productie van materialen heeft een grote impact op de uitstoot van het bouwproces”, zegt Neelen. Materialen hebben tijdens hun levenscyclus een steeds lagere impact op een bouwproces, naarmate ze hergebruikt worden. “Eenmalig gebruik producten hebben de grootste impact, daarna komen de herbruikbare producten. Wanneer een product hergebruikt is, is de impact een stuk lager. Nog voordeliger is, wanneer het gebouw het toelaat, is een hergebruikt product wat daarna ook nog eens herbruikbaar is.”
Neelen benadrukt wel dat het herbruikbaar maken van een product er niet voor mag zorgen dat het een hogere uitstoot heeft. “Meestal is de impact van een gerecycleerd product lager, op voorwaarde dat het niet is aangepast om circulair gebruikt te kunnen worden en hierdoor meer verbruikt dan het origineel product, het blijft een afweging.”
Ook biogebaseerde materialen hebben een uitstoot, goed bosbeheer en duurzaam omgaan met deze materialen kan een daling in de uitstoot betekenen, maar biogebaseerde materialen zijn niet automatisch beter voor je CO₂-impact, dit door een vaak intensiever productieproces, wat ook altijd meegerekend moet worden in de totale uitstoot van een bouwproces.
De grootste impact van een bouwproces komt vanuit het energieverbruik, daarom moeten we anders gaan ontwerpen: minder geveloppervlak en kleinere gebouwen met efficiëntere technische installaties om de impact te verlagen.
De materiaalimpact is de helft van de uitstoot van het gebouw, aan de hand van veranderingen binnen het systeem en optimalisaties per materiaaltype kan je tot 30% van de uitstoot verminderen.
Naomi Neelen, Buildwise
Hergebruik van gevelproducten.
“Circulaire gevels zijn haalbaar, alleen moeten we dan omgaan met onzekerheden.”, Ruben Van Vooren, doctoraatsonderzoeker aan de VUB. Meer dan een focus op het esthetische, moet men bij circulaire gevels focussen op het bestaande. Het gaat hierbij bijvoorbeeld over hergebruik en recyclage, maar ook over het herbestemmen, herfabriceren, herstellen en behouden van bestaande gevelstructuren om zo te werken naar een nieuw systeem, waarin circulariteit een belangrijke rol speelt.
Onzekerheden over kosten en een gebrek aan technische kennis zorgen ervoor dat projectontwikkelaars en aannemers de stap naar een circulaire gevel moeilijk durven zetten. “Dankzij cross-sectoriële samenwerkingen zijn oplossingen mogelijk en kunnen we ambities hoger leggen en hoger houden.”
Van Vooren stelt een aantal manieren voor om circulair te werken:
- Het aanstellen van een hergebruikcoördinator: iemand die binnen het proces de verantwoordelijkheid opneemt om het hergebruik te coördineren.
- Collectieve circulaire ambities: samen met alle betrokkenen doelstellingen vastleggen waarover iedereen het akkoord is zoals: CO₂-impact, massa, volume, uren arbeid.
- Een haalbaarheidsstudie van deze ambities: het potentieel tot hergebruik blootleggen, materiaalexpertise verzamelen (bijvoorbeeld opvragen bij initiële gevelontwikkelaar), materiaaltesten uitvoeren…
- De ontwerpfase anders invullen, verschillende codes gebruiken op plannen voor bestaande materialen, hergebruikte materialen en nieuwe materialen, om zo duidelijkheid te scheppen over de invulling.
- Flexibel omgaan met vergunningen en aankoop van materialen. Ook wanneer het mis gaat, is het belangrijk om een back-up plan te voorzien.
- Desgin & Build: gevelaannemers vroeger betrekken bij het proces waardoor circulariteit meer ruimte en mogelijkheden krijgt.
- Uitvoering: hergebruik is een intensief proces, ook de afbraak verloopt anders. Het vergt andere tools, andere opleidingen, gecombineerde logistiek van meerdere projecten.
- Rapportage: checken of de doelstellingen gerealiseerd zijn, om te kunnen communiceren naar elkaar en naar nieuwe klanten. Rapportage van de materialen: welke zijn hergebruikt, welke zijn naar een andere plek gegaan?
Bij nieuwe processen horen nieuwe rollen, zegt Van Vooren, zo zijn er auditeurs die een inventaris en een schatting van bestaande gebouwen maken, hergebruikcoördinatoren om het proces op te volgen, nieuwe manieren om herbruikbaar materiaal aan te kopen via handelaars, jagers, makelaars en portalen, verwerkers van materiaal, technisch adviseurs en certificeerders. Ook de rol van de architect verandert in de circulaire bouweconomie. Het bouwproces wordt een coauteurschap in plaats van een individuele gebeurtenis, waarbij ook de aannemer, opdrachtgever enzovoort bijdragen aan het ontwerp, vertrekkende vanuit een bestaand gebouw.
Waarom is afbreken een gangbare methode? We moeten inzetten op anders denken, een verandering in het systeem waarbij we alle actoren activeren om anders te bouwen.
Ruben Van Vooren, VUB
Fotogalerij
Programma
Ontvangst
Case partner Nelissen Steenfabrieken
Introductie
Case partner Soprema
Waldo Galle | VUB
De geschiedenis en toekomst van gevelbouw
De transitie naar een circulaire bouweconomie staat centraal in de bouwsector en brengt ingrijpende veranderingen met zich mee. Deze verschuiving zal zowel de toekomstige regelgeving voor gevelbouw als de werkwijze en rol van architecten beïnvloeden. Maar waar bevinden we ons in deze transitie en wat staat er ons nog allemaal te wachten?
Waldo Galle neemt ons mee doorheen de geschiedenis van de gevelbouw en welke rol een circulaire gevel speelt in de esthetiek en functionaliteit van een gebouw. Hij laat zien hoe traditie en innovatie samen de toekomst van de bouw kunnen vormgeven. Tot slot bespreekt hij de impact van deze transitie op de rol van de architect en de komende regelgeving.
Case partner VMZINC
Naomi Neelen | Buildwise
LCA-benadering: energieverbruik vs. materiaalimpact
De milieu-impact van materiaalkeuzes wordt almaar belangrijk. Buildwise vertrekt vanuit een LCA-benadering om via deze methodiek verschillende keuzemogelijkheden naast elkaar te zetten. Verschillende cases komen aan bod, zoals de afweging energieverbruik versus materiaalimpact. Maar ook het vergelijken van verschillende oplossingen en het toepassen van verschillende circulaire strategieën zoals hergebruik, biobased materialen en veranderingsgericht bouwen.
Case partner Saint-Gobain
Ruben Van Vooren | VUB
Praktijkvoorbeelden van hergebruik en herbestemming
Ruben Van Vooren vertrekt vanuit de uitdagingen die we vandaag tegenkomen bij hergebruik, refurbishing, remanufacturing en herbestemmen van gevelmaterialen. Vervolgens brengt hij ons recente praktijkvoorbeelden die aantonen dat deze uitdagingen wel degelijk overwonnen kunnen worden. Uit deze cases worden waardevolle conclusies en lessen getrokken voor architecten, aannemers, opdrachtgevers en producenten. Welke hefbomen kunnen zij gebruiken in hun projecten, met welke aandachtspunten houden ze best rekening en welke kansen liggen er voor nieuwe rollen die hergebruik in de gevelsector faciliteren?
Case partner Soudal
Netwerkmoment
Verzorgde walking dinner met genoeg tijd om met vakgenoten, collega's en nieuwe contacten bij te praten.
B2Build Academy verenigt het volledige bouwteam. Want discipline-overschrijdend denken is de beste garantie voor toekomstgerichte oplossingen. B2Build Academy biedt kennis en inspiratie, trends en evoluties.
Word partner en zet proactief in op kennisdeling, samenwerking en dialoog tussen alle actoren binnen de bouwsector. Ontwikkel samen met niet-concurrentiële partners leadgenereratie op basis van gepersonaliseerde content rond referentieprojecten, hybride events en performante online marketing.
De Bouwschil maakt deel uit van het B2Build Mediaplatform. Onze corporate partners onderschrijven de doelstellingen van B2Build, waarbij we ons richten tot de verschillende actoren in de bouwsector. Steeds met het oog op duurzame en circulaire ontwikkelingen of toepassingen in functie van samenleving en eindgebruiker.
Sluit gratis aan bij B2Build Academy en geniet van deze voordelen
- Toegang tot onze zes thematische bouwplatformen
- Deelname aan inspiratie-events rond actuele kennis uit de bouwsector
- Netwerking met het bouwteam
- Rechtstreeks contact met 60 fabrikanten